De verkiezingsuitslag was een geweldige ruk naar rechts. Het was een totale afrekening met het regeringsbeleid van de afgelopen jaren en een teken van ontevredenheid van een grote groep Nederlanders. Deze ontevredenheid was ook merkbaar bij de Provinciale Staten verkiezingen met BBB als grote winnaar en nu dus met PVV als winnaar. De PVV kreeg 37 van de 150 zetels, een aandeel van bijna 25%. Alle regeringspartijen reageerden verbaasd en vaak in totale schok. Het was duidelijk, deze partijen hebben het contact met de Nederlander totaal verloren. Luisteren naar elkaar en naar de Nederlander, in plaats van praten en schreeuwen tegen elkaar en tegen de Nederlanders heeft zijn tol geëist.
De signalen werden genegeerd.
Signalen waren er te over, via de sociale media was er al jaren gemor over de regering, de maatregelen en de kortzichtige focus op stikstof, CO2 en het klimaat. De steeds hogere belastingen, het gebrek aan woningen en het falende toeslagenbeleid was een aanslag op de bestaanszekerheid van de “burgers”. Daarnaast zijn er ook nog de problemen met criminele immigranten waar niets aan werd gedaan. De Nederlander is ontevreden, wat zich uitte in protestdemonstraties en via internet. Tijdens de verkiezingen voor de provinciale staten werd er een krachtige boodschap afgegeven. Nederland was het zat en had geen enkel vertrouwen meer in de politiek. Een nieuwkomer als de BBB was een grote winnaar, bij de Provinciale Staten verkiezingen, maar de regeringspartijen waren drukker met het binnen halen van restzetels, dan lering trekken uit dit signaal van onvrede.
Het is nog net geen volksopstand
Ook bij de 2e Kamerverkiezingen was er sprake van exact dezelfde onvrede. Liever de PVV dan een oude regeringspartij. Liever een partij, die aangeeft de Nederlander wel te begrijpen en actie wil ondernemen, dan een regeringspartij die totaal het contact met de kiezers verloren heeft. De prijs hiervoor is hoog, maar de zelfreflectie van deze partijen blijft wel schrijnend laag.
“Het lag niet aan ons beleid of onze campagne, maar het lag aan de omroep, het SBSdebat, de oneliners van Wilders, zijn debat vaardigheden, de Nederlander heeft het niet gesnapt. We moeten weer het land in om onze boodschap beter te vertellen”: ongelooflijk naïef.
De nieuwe leiders
Maar wat nu? Omtzigt, NSC, als nieuwe partij heeft de gunfactor en kan haarzuiver aangeven welke fouten er gemaakt zijn of welke achterkamertjes allemaal een rol hebben gespeeld. De toeslagaffaire is hier een voorbeeld van. De oude regeringspartijen wilden niet terugkijken en verantwoording afleggen, want dan moet het gaan over het eigen falen. Vooruitkijken en beloftes doen is pijnloos maar dat wordt nu niet meer geaccepteerd. Omtzigt heeft de feitenkennis en wil meer transparantie. NSC wil er zijn voor de Nederlander. Minder immigranten, minder belastingen, minder NOS (een links bolwerk van de grachtengordel) en veel meer oog voor de noden van de Nederlander. BBB heeft een lichtelijk andere focus met aandacht voor de boeren, de landbouw en bestaanszekerheid. Meer oog voor de provincie.
Wilders neem de leiding in de vorming van een nieuw kabinet, waarbij de uitgangspunten duidelijk zijn en terug te vinden zijn in het verkiezingsprogramma, maar ook bij BBB, NSC en VVD staan dergelijke beloftes in het verkiezingsprogramma. De VVD moet eerst de wonden likken en dan beseffen dat je beter in een degelijke regering kunt zitten, waar je veel overeenstemming mee hebt (veel meer dan met D66 in de vorige regeerperiode). Nederland heeft behoefte aan een stabiele regering. Natuurlijk er moet geslikt worden en afstand genomen worden van stokpaardjes, maar dat is een coalitie. Extreme standpunten verdwijnen, tegenstelling zijn niet meer de norm, maar samenwerken aan Nederland en zijn inwoners is nodig, dat was wel een heel duidelijk signaal.
Veranderen is lastig
Maar er is meer. Welke bestedingen kunnen nog teruggedraaid worden, welke “potjes kunnen geminimaliseerd worden en hoe kan de economie weer gezond worden? Er tekenen zich donkere wolken af, blijvende inflatie, dalende productie (vraag), inflatoire druk door noodzakelijke loonsverhogingen en internationale afspraken, die soms gemaakt zijn buiten het democratische proces, dus ongrondwettelijk. Daarnaast moeten de partijen ook aan elkaar wennen, de nieuwkomers met elan en ambitie en de bestaande partijen met ingeroeste processen en gedragingen. De uitdaging is er, maar verandering moet om Nederland leefbaar te houden.
Het bedrijfsleven is de wortel van ons bestaan
Wat niet aan de orde is geweest zijn de werknemers. Er is een sterke focus op het sociale domein, de zorg voorop. Maar hoe dit betaald kan worden, nu en in de nabije toekomst is onzeker. De zorg is geen productiefactor, maar het bedrijfsleven wel: meer faillissementen, meer bedrijfssluitingen en meer bedrijven vluchten naar het buitenland. Dit is niet goed voor de economie. Er moet aan de basis worden gewerkt, de verdiencapaciteit van de bedrijven moet omhoog, minder regels en meer vrijheid is nodig.
De Randstad polariseert met “de provincie”.
Maar we zien ook een toenemende spanning tussen de Randstad en buiten de Randstad. De Randstad is nog steeds erg links en vindt de provincie maar ver weg. Buiten de Randstad is meer focus op de kwaliteit van het leven en de bestaanszekerheid. Er is geen sprake meer van een homogeen Nederland, eerder van twee aparte sectoren, die niets van elkaar begrijpen. Harmonie tussen deze sectoren, objectiviteit van de media, meer aandacht voor de wensen en noden van de mensen buiten de Randstad, hardwerkend aan de basis van ons bestaan is essentieel. Meer aandacht voor de bedrijven die werkgelegenheid bieden, belastingen betalen en zorgen voor de gezonde economie. Maar ja, het parlement ligt in Den Haag, Tweede Kamerleden en ministers komen uit de Randstad. De basis van onbegrip begint hier. Met een kort werkbezoekje krijg je geen begrip, zeker niet met het gebrek aan luistervaardigheid.
De PVV iwil een coalite vormen, samen de problemen aanpakken!
Moeten wij nu bang zijn van de PVV? Lijkt mij niet, samenwerken is zoeken naar overeenkomsten, naar begrip voor elkaar en in het belang van de Nederlandse kiezer. Deze wake up call was gewoon nodig om de toekomst veilig te stellen en de bestaanszekerheid te garanderen. Dat de andere partijen dit nog steeds niet inzien geeft te denken. Het is de kiezer die verandering wil en het is de kiezer die het totaal niet eens was met Rutte, Kaag en consorten. De komende vier jaar zullen bepalend worden voor Nederland als sociaal land en voor de economische voorspoed. Een opgave voor iedereen om daaraan mee te werken.
Prof Dr Cor Molenaar
23 november 2023